Op 20 maart heeft de Hoge Raad een lang verwacht arrest gewezen over de vraag in welke gevallen strafrechtelijk onrechtmatig verkregen bewijs bruikbaar is voor de belastingheffing alsmede voor het bewijs van een bestuurlijk boete. In een uitvoerig gemotiveerd arrest heeft de Hoge Raad bepaald dat hij geen reden ziet terug te komen op zijn arrest BNB 1992/306.
De reden waarom er met speciale aandacht naar dit arrest is uitgekeken was de conclusie van 28 mei 2014 van Advocaat-Generaal Wattel. De A-G pleitte in deze conclusie voor nieuwe criteria voor het gebruik in belastingzaken van strafrechtelijk onrechtmatig verkregen bewijs. Reden om voor deze criteria te pleiten waren, aldus de A-G, de rechtsontwikkeling in de afgelopen twintig jaar en de wenselijkheid van rechtseenheid zowel tussen strafrecht en punitief bestuursrecht, als binnen het bestuursrecht.
Het Ministerie van Financiën heeft vandaag, naar aanleiding van een Woo-verzoek van ProceD, documenten openbaar gemaakt over het door de Belastingdienst gevoerde beleid ten aanzien