Wettelijke bepalingen omtrent bezwaar- en beroepstermijn niet langer meer van openbare orde

De Centrale Raad van Beroep heeft in een gemengde kamer, waarin ook de president van het CBB en voorzitter van de ABRvS zitting hadden, bepaald dat de bezwaar- en beroepstermijnen niet meer van openbare orde zijn. Dat betekent dat de Bestuursrechters voortaan niet meer ambtshalve de tijdigheid van een bezwaar- of beroepschrift zal beoordelen.
In een zaak betreffende de vraag of belanghebbende recht had op voortzetting van een persoonsgebonden budget. In bezwaar heeft het College van B&W van Breda het bezwaarschrift inhoudelijk beoordeeld maar ongegrond verklaard. Op het door belanghebbende ingestelde beroep oordeelde de Rechtbank dat het bezwaarschrift te laat was ingediend zodat de gemeente het bezwaarschrift niet ontvankelijk had moeten verklaren.
Op het door belanghebbende ingediende hoger beroep constateerde de CRvB dat de bestuursrechter tot op heden ambtshalve niet alleen de tijdigheid van het bij hem ingestelde rechtsmiddel, maar ook of het bestuursorgaan het bezwaar (of administratief beroep) terecht tijdig heeft geacht en, in hoger beroep, naast de tijdigheid van het hoger beroep, ook de tijdigheid van de rechtsmiddelen bij vorige instanties. Volgens de CRvB is buiten twijfel dat de wettelijke bepalingen over de tijdigheid van een bezwaar- of beroepschrift dwingend van aard zijn. Dat betekent dat de instantie waarbij een rechtsmiddel is ingesteld, gehouden is de tijdigheid van dat rechtsmiddel te beoordelen en in geval van niet verschoonbare termijnoverschrijding het rechtsmiddel niet-ontvankelijk te verklaren. Dat een wettelijke bepaling dwingend van aard is, brengt niet mee dat zij ook van openbare orde is. Als het bestuursorgaan ondanks het feit dat niet tijdig bezwaar is gemaakt toch een inhoudelijk besluit neemt en de belanghebbende tot wie de beslissing op bezwaar is gericht daarna beroep instelt tegen dat besluit, dan vergt zijn rechtszekerheid dat hem niet door de bestuursrechter, ambtshalve of op initiatief van het bestuursorgaan, wordt tegengeworpen dat het bezwaar niet tijdig was. Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing op de beoordeling van de tijdigheid van het beroep bij de bestuursrechter. De bestuursrechter is gehouden de tijdigheid van het bij hem ingestelde rechtsmiddel te beoordelen. In hoger beroep wordt niet (meer) ambtshalve beoordeeld of het beroep of het bezwaar tijdig was.

http://Zoekresultaat – inzien documentECLI:NL:CRVB:2021:1500

Facebook
Twitter
LinkedIn

PE-punten of PE-uren behalen?

ProceD geeft studiebijeenkomsten, incompany training en vaktechnisch overleg.


Lees verder »

Actualiteiten

publicaties

uitspraken

[TWTR]