Een verzoek om inzage van het dossier impliceert verzoek om hoorzitting

De Hoge Raad oordeelt in een arrest van 5 juni 2020 dat een verzoek op inzage van de op de zaak betrekking hebbende stukken in de zin van artikel 7:4, Awb, dient te worden opgevat als een verzoek om te worden gehoord. Daaraan doet niet af dat belanghebbende haar verzoek heeft geclausuleerd met de woorden “en/of voor zover noodzakelijk.”
De inspecteur heeft op 21 maart 2016 aan belanghebbende een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting én een boete opgelegd. Naar aanleiding van een door belanghebbende ingediend bezwaarschrift heeft de inspecteur belanghebbende in de gelegenheid gesteld om hem voor 16 mei 2016 te laten weten of zij gebruik wil maken van het recht om te worden gehoord. Belanghebbende heeft schriftelijk op die brief gereageerd.

In deze reactie heeft zij onder meer vermeld:
“Aangezien op dit moment niet alle onderliggende informatie bekend is wil belanghebbende zich uitdrukkelijk het recht voorbehouden om, na ontvangst van de opgevraagde onderliggende stukken, op een later moment dit bezwaarschrift met nadere gronden te mogen aanvullen en/of voorzover noodzakelijk gehoord te worden.”

Nadien heeft de inspecteur belanghebbende nog twee maal in de gelegenheid gesteld om hem te laten weten of zij gebruik wil maken van het recht te worden gehoord. Belanghebbende heeft niet op deze verzoeken gereageerd. De Inspecteur heeft vervolgens bij uitspraak op bezwaar de naheffingsaanslag en de boetebeschikking gehandhaafd.

Voor het Hof was onder meer in geschil of de Inspecteur de hoorplicht als bedoeld in artikel 7:2 Awb heeft geschonden. Het Hof heeft geoordeeld dat belanghebbende met hetgeen zij in het bezwaarschrift heeft geschreven niet een expliciet verzoek heeft gedaan om te worden gehoord. Het Hof heeft verder geoordeeld dat de Inspecteur belanghebbende voldoende gelegenheid heeft gegeven om te worden gehoord. Op deze gronden heeft het Hof geoordeeld dat de Inspecteur de hoorplicht als bedoeld in artikel 7:2 Awb niet heeft geschonden.
De Hoge Raad oordeelde dat de mededeling van belanghebbende dat zij kennis wilde nemen van de op de zaak betrekking hebbende stukken, moet worden opgevat als een verklaring dat zij gebruik wilde maken van haar recht om te worden gehoord.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2020:1011

Facebook
Twitter
LinkedIn

PE-punten of PE-uren behalen?

ProceD geeft studiebijeenkomsten, incompany training en vaktechnisch overleg.


Lees verder »

Actualiteiten

publicaties

uitspraken

[TWTR]