Belastingadviseur kreeg aangiftebrief als buitenlands belastingplichtige maar was binnenlands belastingplichtig. Omkering en verzwaring van bewijslast wegens niet doen vereiste aangifte? Verlenging aanslagtermijn bij vervallen informatiebeschikking?

De Hoge Raad heeft in dit arrest een tweetal knopen doorgehakt. Allereerst was de vraag aan de orde of de termijn voor het opleggen van de aanslag na het geven van een informatiebeschikking ook wordt verlengd indien de informatiebeschikking nadien vervalt. Een redelijke wetstoepassing brengt, aldus de Hoge Raad, mee dat deze termijnverlenging eindigt op het moment waarop de informatiebeschikking vervalt. Ten tweede oordeelde de Hoge Raad dat niet gesteld kan worden dat de vereiste aangifte niet is gedaan als belanghebbende is uitgenodigd om aangifte te doen als buitenlands belastingplichtige en die aangifte gedaan heeft. Omdat belanghebbende niet is uitgenodigd om aangiften te doen als binnenlands belastingplichtige kan dan ook geen sprake zijn van omkering en verzwaring van de bewijslast.
Belanghebbende is belastingadviseur. Vanaf oktober 2008 stond hij ingeschreven in Thailand. Belanghebbende heeft in 2012 een samenlevingsovereenkomst gesloten met zijn in Thailand wonende partner met wie hij twee kinderen heeft, waaronder een zoon die is geboren in 2010.
Uit een door de Inspecteur in 2013 ingesteld onderzoek is gebleken dat belanghebbende over de jaren 2010 tot en met 2013 aangiften heeft ingediend voor cliënten, die zijn verzonden vanaf een Nederlands IP-adres, en dat belanghebbende veelvuldig in Nederland verbleef.
Voor de jaren 2011 tot en met 2014 is belanghebbende uitgenodigd om als buitenlands belastingplichtige aangifte te doen voor de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV). Belanghebbende heeft die aangiften ingediend. Daarin heeft hij pensioeninkomsten en resultaat uit de werkzaamheden als belastingadviseur aangegeven. Aan belanghebbende zijn voor deze jaren aanslagen in de IB/PVV opgelegd als binnenlands belastingplichtige. Daarbij zijn de pensioeninkomsten en het resultaat uit de werkzaamheden als belastingadviseur substantieel hoger vastgesteld dan in de aangifte was vermeld. Tevens zijn belastbare inkomsten uit sparen en beleggen in aanmerking genomen. Bij de aanslagen zijn vergrijpboeten opgelegd.
Voorafgaand aan het opleggen van de aanslagen heeft de Inspecteur aan belanghebbende informatiebeschikkingen voor de jaren 2011 tot en met 2013 uitgereikt. Deze beschikkingen zijn vervallen toen de aanslagen over die jaren zijn vastgesteld. De aanslag IB/PVV voor het jaar 2011 en de aanslag premieheffing Zorgverzekeringwet zijn opgelegd met dagtekening 18 november 2015.
Voor het Hof was de vraag aan de orde of belanghebbende binnenlands belastingplichtig is in de jaren 2011 tot en met 2015, of de aanslag voor het jaar 2011 tijdig is opgelegd, of de bewijslast terecht is omgekeerd en verzwaard, en of de belastbare inkomens te hoog zijn vastgesteld. Het Hof heeft geoordeeld dat belanghebbende in de desbetreffende jaren een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland, en daarmee ook zijn fiscale woonplaats in Nederland had. Volgens het Hof is de termijn voor het opleggen van de aanslag IB/PVV voor het jaar 2011 verlengd met de periode tussen het geven van de informatiebeschikking en het vervallen daarvan. Voorts heeft het Hof onder meer geoordeeld dat de bewijslast voor alle jaren is omgekeerd en verzwaard omdat belanghebbende ten onrechte geen aangiften in de IB/PVV heeft gedaan als binnenlands belastingplichtige en de daardoor gemiste bedragen aan belasting relatief en absoluut aanzienlijk zijn. Belanghebbende had zich bewust moeten zijn van het feit dat hij over de jaren 2011 tot en met 2015 niet de vereiste aangiften heeft gedaan. Daaraan doet niet af dat aan belanghebbende uitsluitend aangiftebiljetten als buitenlands belastingplichtige zijn uitgereikt, aldus het Hof.
Op het door belanghebbende ingestelde cassatieberoep oordeelde de Hoge Raad ten aanzien van de vraag of de aanslagtermijn voor het jaar 2011 was verlengd vanwege de afgegeven (maar vervallen) informatiebeschikking:
4.2.2 Het tweede lid van artikel 52a AWR verlengt de termijn voor het opleggen van een belastingaanslag in die gevallen waarin een informatiebeschikking wordt gegeven. Deze termijnverlenging vangt aan met de bekendmaking van de informatiebeschikking. De termijnverlenging eindigt op het moment waarop de informatiebeschikking onherroepelijk komt vast te staan of wordt vernietigd. Het einde van de termijnverlenging is niet geregeld voor de gevallen waarin de informatiebeschikking van rechtswege vervalt. Een redelijke wetstoepassing brengt mee dat deze termijnverlenging ook in dat geval eindigt en wel op het moment waarop de informatiebeschikking vervalt.
Ten aanzien van de vraag of de bewijslast wordt omgekeerd en verzwaard oordeelde de Hoge Raad:
4.3.2 Belanghebbende is uitgenodigd om aangiften in de IB/PVV te doen als buitenlands belastingplichtige en heeft die aangiften gedaan. Omdat belanghebbende niet is uitgenodigd om aangiften te doen als binnenlands belastingplichtige, kan aan de omstandigheid dat hij geen aangiften als binnenlands belastingplichtige heeft gedaan niet de gevolgtrekking worden verbonden dat hij niet de vereiste aangiften heeft gedaan als bedoeld in artikel 25, lid 3 en artikel 27e AWR.3 Het oordeel van het Hof berust dus op een onjuiste rechtsopvatting.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2022:84&showbutton=true

Facebook
Twitter
LinkedIn

PE-punten of PE-uren behalen?

ProceD geeft studiebijeenkomsten, incompany training en vaktechnisch overleg.


Lees verder »

Actualiteiten

publicaties

uitspraken

[TWTR]