De Rechtbank Rotterdam heeft in een uitspraak van 12 juli jl. geoordeeld dat de Belastingdienst delen van het Handboek “Fiscale eenheid in de omzetbelasting” én een tweetal kennisgroepstandpunten inzake de fiscale eenheid in de omzetbelasting openbaar moet maken.
Op 10 april 2019 heeft eiseres bij het Ministerie van Financiën een verzoek om informatie op grond van de Wob ingediend. Met dit verzoek is gevraagd om openbaarmaking van de binnen de Belastingdienst gebruikte handleiding(en) / intern beleid inzake wanneer wel/niet voldaan is aan de voorwaarden voor een fiscale eenheid omzetbelasting op grond van artikel 7, vierde lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968 alsmede de binnen de Belastingdienst gebruikte handleiding(en) / intern beleid inzake wanneer wel/niet voldaan is aan de voorwaarden voor een fiscale eenheid omzetbelasting op grond van artikel 7, vierde lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968 tussen een maatschap en een (werk) B.V..
Bij het primaire besluit heeft de Belastingdienst het verzoek afgewezen. In het besluit is aangegeven dat er een tweetal kennisgroepstandpunten zijn aangetroffen die inhoudelijk beleid weergeven maar dat deze niet voor openbaarmaking in aanmerking komen omdat de betreffende kennisgroepstandpunten antwoorden op rechtsvragen bevatten die zijn aan te merken als persoonlijke beleidsopvattingen die zijn gedaan in het kader van intern beraad. Deze komen op grond van artikel 11 van de Wob niet voor openbaarmaking in aanmerking. In bezwaar heeft de Belastingdienst alsnog delen van het Handboek openbaar gemaakt maar handhaafde haar stelling dat de kennisgroepstandpunten niet voor openbaarmaking in aanmerking komen.
Tijdens de beroepsprocedure voor de Rechtbank Rotterdam heeft de Belastingdienst zich ten aanzien van de kennisgroepstandpunten op het standpunt gesteld dat deze worden opgesteld naar aanleiding van vragen in een individueel geval. De vragen die de kennisgroepen beantwoorden betreffen in de regel rechtsvragen die een voorlopig standpunt van de Belastingdienst bevatten. Eerst nadat het kennisgroepstandpunt onderworpen is geweest aan een beleidstoets en verweerder dit standpunt formeel als beleid heeft vastgesteld, verwordt een kennisgroepstandpunt volgens de Belastingdienst tot beleid. Daarmee zijn de antwoorden op de rechtsvragen volgens de Belastingdienst aan te merken als persoonlijke beleidsopvattingen die zijn gedaan in het kader van intern beraad, welke niet voor openbaarmaking in aanmerking komen.
De rechtbank komt echter tot het oordeel dat kennisgroepstandpunten openbaar gemaakt moeten worden. Hoewel de kennisgroepstandpunten nog niet formeel als beleid zijn vastgesteld, reiken zij verder dan alleen voor dat concrete geval en hebben zij materieel dezelfde waarde als formeel vastgesteld beleid, namelijk een in beginsel vaste gedragslijn binnen de Belastingdienst totdat zij dat formeel als beleid vaststelt of besluit het kennisgroepstandpunt niet over te nemen.
Het Ministerie van Financiën heeft vandaag, naar aanleiding van een Woo-verzoek van ProceD, documenten openbaar gemaakt over het door de Belastingdienst gevoerde beleid ten aanzien