Indien de inspecteur bij informatiebeschikking heeft vastgesteld dat de belastingplichtige met betrekking tot een op te leggen belastingaanslag niet of niet volledig heeft voldaan aan een of meer in artikel 52a, lid 1, AWR bedoelde verplichtingen, is de inspecteur als regel niet langer bevoegd om een volgende informatiebeschikking te geven met betrekking tot dezelfde tekortkoming(en) waarvoor die eerdere informatiebeschikking is gegeven. Het staat de Inspecteur echter vrij een tweede informatiebeschikking af te geven indien deze betrekking heeft op het niet nakomen van een andere verplichting die genoemd is in artikel 52a, Awr.
Belanghebbende heeft een taxibedrijf en houdt zich daarnaast bezig met de handel in en de reparatie van auto’s en het verrichten van installatiewerkzaamheden. In het kader van een voorgenomen boekenonderzoek heeft de Inspecteur belanghebbende verzocht om informatie. Omdat belanghebbende de gevraagde informatie na herhaalde verzoeken daartoe niet heeft verstrekt, heeft de Inspecteur met dagtekening 28 mei 2013 ten aanzien van belanghebbende een informatiebeschikking als bedoeld in artikel 52a, lid 1, Awr, gegeven wegens het niet-voldoen aan de informatieverplichtingen zoals bedoeld in de artikel 47 en artikel 53, Awr. Bij brief van 3 maart 2015 heeft de Inspecteur de eerste informatiebeschikking vernietigd, omdat belanghebbende inmiddels had voldaan aan haar verplichting mee te werken aan het boekenonderzoek.
Op 3 april 2015 heeft de Inspecteur een tweede informatiebeschikking afgegeven. De tweede informatiebeschikking heeft hij gegeven omdat belanghebbende volgens de Inspecteur niet heeft voldaan aan de in artikel 52, Awr, genoemde administratie-en bewaarplicht.
Voor het Hof was in geschil of het de Inspecteur nog vrij stond om de tweede informatiebeschikking af te geven. Het Hof heeft geoordeeld dat de Inspecteur de tweede informatiebeschikking mocht geven omdat die informatiebeschikking – anders dan de eerste informatiebeschikking – niet ziet op schending van de plicht om informatie te verstrekken, maar op schending van de administratie- en bewaarplicht.
De Hoge Raad oordeelde dat het cassatieberoep van belanghebbende ongegrond was. In casu had, aldus de Hoge Raad, de tweede informatiebeschikking niet betrekking heeft op dezelfde tekortkoming(en) als die waarvoor de eerdere informatiebeschikking is gegeven. De vraag of de belanghebbende heeft voldaan aan zijn informatieverplichting(en) als bedoeld in artikel 47, artikel 47a en artikel 53, lid 1, aanhef en letter b, Awr, waarvoor de eerste informatieverplichting was afgegeven, staat immers los van de vraag of belanghebbende heeft voldaan aan zijn administratie- en/of bewaarplicht als bedoeld in artikel 52 Awr, waarvoor de tweede informatiebeschikking was afgegeven.
Het Ministerie van Financiën heeft vandaag, naar aanleiding van een Woo-verzoek van ProceD, documenten openbaar gemaakt over het door de Belastingdienst gevoerde beleid ten aanzien